Ieder kind ontwikkelt zich van nature, is nieuwsgierig en wil dingen leren. Ieder doet dat op zijn of haar eigen wijze en tempo.
De School op de Berg is een school waar gewerkt wordt met een jaarklassensysteem. Maar aangezien de praktijk leert dat kinderen erg verschillen
in ontwikkelingstempo wordt er op allerlei manieren en niveaus gedifferentieerd.
Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van ieder kind is een veilig klimaat nodig, waarbij vertrouwen in de ontwikkelkracht van het
kind en de verbondenheid met elkaar een belangrijke plaats inneemt. Daarbij houden we de ontwikkelingen op sociaal-emotioneel gebied en de
cognitieve capaciteiten van de kinderen zorgvuldig in de gaten door ze te observeren, te toetsen en de resultaten te registreren, om ze vervolgens
om te zetten naar doelgericht handelen in de klas.
Tevens bieden wij de leerlingen een sterke basis, steun waar nodig en speciale hulp als het moet. Om de vakbekwaamheid van leerkrachten te
versterken, maken we gebruik van elkaars kwaliteiten d.m.v. collegiale consultatie en de inzet van de specialisten.
Om tegemoet te komen aan ieders onderwijsbehoeften werken we volgens de uitgangspunten van Handelingsgericht werken (HGW).
Dit houdt in:
1. Ons handelen is doelgericht:
Er worden hoge en realistische doelen gesteld voor een langere periode. Vanuit deze doelen wordt de ontwikkeling van de kinderen bewaakt.
Doelen formuleren en opbrengsten analyseren.
2. Het gaat om afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving:
Hoe verloopt het contact en samenwerking met het kind, de groep en de ouders? Welke patronen zijn zichtbaar en wat doet de leerkracht daarmee?
Afstemming op onderwijs/ opvoedbehoeften.
3. De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal:
Wat heeft deze leerling/groep nodig om optimaal te kunnen ontwikkelen? Wat heeft de leerkracht nodig om dit kind te begeleiden om het doel te
behalen?
4. De leerkracht én ouders doen er toe:
Het belangrijkste instrument om goed onderwijs te realiseren is de leerkracht. De leerkracht is zich bewust van de invloed op het leren en het gedrag
van de groep. De leerkracht benut die impact. Relatie leraar-leerling, onderwijsondersteunend gedrag van ouders en ondersteuningsbehoeften: wat
hebben deze leerkracht en ouders nodig om… De leerkracht kan het verschil maken door aanpassingen te doen in pedagogische sfeer, instructie, organisatie,
doelstellingen en hulp durven vragen.
5. Positieve aspecten zijn van groot belang:
Uitgaan van wat wel werkt, geeft aanknopingspunten om zwakkere onderdelen te ondersteunen. Positieve kenmerken zien van de school,
de leerkracht, de groep, het kind en de ouders.
6. We werken constructief samen:
Samenwerken met collega’s, leerlingen en ouders. Ouders en kinderen zijn educatieve partners. Wensen en verwachtingen worden uitgesproken
en serieus genomen. De leerkracht is de professional en handelt daarnaar.
7. De werkwijze van school is systematisch en transparant:
Er zijn op school heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer.
Er is een duidelijke onderwijs- en begeleidingsstructuur waar iedereen zijn/ haar verantwoordelijkheid voor draagt.